De schaal
De schaal
Vanwege de aan ons opgelegde beperkte bewegingsvrijheidwas ik de afgelopen week toch wat in de berging aan het rommelen. Paar doosjes verplaatsen, wat spullen verzamelen om weg te gooien, ach je moet wat om de tijd te doden. Terwijl ik bezig was stuitte ik op een wat smoezelige plastic zak waar een stukje van een schaal uitstak. Niet zomaar een schaal zo zag ik toen ik de tas oppakte, dé schaal. De schaal die het afgelopen jaar voor zoveel lachende gezichten had gezorgd. De schaal die van hand tot hand ging en op social media zelfs viral. Onze eigen ODC Kampioensschaal.
Voorzichtig haalde ik die uit de zak en bekeek hem eens goed. De glans ontbrak en ook niet een beetje eigenlijk. De schaal was gewoon dof. Ik bedacht me dat als een schaal zou kunnen lijden het er dan ongeveer zo uit zou moeten zien. Het was alsof hij in de gaten had dat dit seizoen geen moment van glorie meer gedeeld zou kunnen worden. Alsof het besef er was dat ie niet van hand tot hand kon gaan, tot grote hoogte zou kunnen stijgen. Hoe langer ik de schaal vast had hoe doffer de schaal leek te worden. Het leek zelfs alsof de schaal wat vochtig werd, het zullen toch geen tranen zijn dacht ik direct.
Ik pakte de schaal voorzichtig op en nam die mee naar de keuken. Met een doek probeerde ik wat glans terug te brengen op dit inmiddels dierbare stuk metaal. Maar hoe hard ik ook poetste het bleef dof. Ik vertelde de schaal over de nieuwe werkelijkheid, waarin we geleid werden door een eng virus, waarbij contact vermijden zo ongeveer verplicht werd. Dus geen voetbal, geen doelpunten, geen kampioenen en dus al helemaal geen schaal die van hand tot hand gaat. Stel je voor dat dit onverbiddelijke virus op die manier van hand tot hand kon gaan.
En terwijl ik dit vertelde zag ik aan de rand van de schaal een heel klein stukje glans terugkomen. Enigszins verbaasd want het was ook niet dat ik daar nu harder had gepoetst of zo. Ik vertelde verder. Ik vertelde dat ik thuis aan den lijve ondervond hoe lastig het is dat de jongens en meiden ook beperkt werden in hun bewegingsvrijheid, dat alles geprobeerd werd om toch tegen een bal te kunnen trappen, en ja dat daarbij ook wel eens een glas op een keurig gedekte tafel omging. En ook dat ik het ontzettend knap vind dat de jeugd zoveel discipline heeft om het vol te houden!
Ik vertelde dat dit virus ons weer even een reset geeft, en dat ik er stellig van overtuigd ben dat we hier sterker uit zouden gaan komen. Dat er juist nu zoveel saamhorigheid te bespeuren was en begrip voor de club en dat dit laatste een van de mooiste dingen is die je kan overkomen. In tijden van nood leer je je vrienden kennen toch. Het randje glans werd gek genoeg een hele rand….. Het zal toch niet zo zijn dat deze schaal zich kan inleven bedacht ik me.
Nu ging ik helemaal los. Ik vertelde dat er heel voorzichtig een klein beetje licht aan het einde van de tunnel zichtbaar was. Dat er hele kleine tekenen waren dat we misschien het virus onder controle zouden kunnen krijgen, en dat we daarmee in het nieuwe seizoen volledig opgeladen en uitgerust weer zouden kunnen vlammen, scoren en met een vette glimlach op het veld zouden kunnen lopen, elkaar omhelzend. En natuurlijk dat er ook dan weer kampioenen gaan komen. En dat die kampioenschappen nog veel enthousiaster gevierd zouden gaan worden! Het werkte, als ware het een wonder begon de schaal uit zichzelf weer te glimmen, helemaal en niet alleen een randje. Er was een perspectief om voor te glimmenvoor dit mooie stuk metaal. Ik zag mijn gezicht er weer duidelijk in.
Maar we moeten nog heel even geduld hebben fluisterde ik, want we zijn er nog niet. Een heel klein beetje geduld waarin we wel al een klein beetje mogen dagdromen van het moment dat we los kunnen. De schaal leek een begrijpend knikje te geven, gek toch. Achter mij hoorde ik gerommel in de kamer en er schoot een bal rakelings langs mijn hoofd tegen de muur, geen scherven gelukkig. “Tegen wie praat jij” vroeg mijn zoon. Er schoot van alles door mijn hoofd. “Uhh niks eigenlijk, mezelf moed in praten misschien, weet ik veel”. Hij keek me aan en schudde zijn hoofd. Ik kreeg een glimlach op mijn mond. “Maakt niet uit joh” zei ik. “Ik mis het voetbal of zo”, hij keek me nog een keer aan en zei dat hij in de tuin ging voetballen. “Schiet niks kapot” riep ik hem nog na.
Stay safe!
Auteur: Jeroen Hertog